Voortrekkermonument

Het Voortrekkermonument is een monument in de Zuid-Afrikaanse bestuurlijke hoofdstad Pretoria. Het zwaar granieten monument werd opgericht ter nagedachtenis van de Voortrekkers, die de Engelse Kaapkolonie tussen 1835 en 1854 verlieten en de binnenlanden van Zuid-Afrika introkken. Het monument is ontworpen door Gerard Moerdijk, die het idee had om een monument te ontwerpen, "dat duizend jaar blijft staan en de geschiedenis en de betekenis van de Grote Trek voor zijn afstammelingen beschrijft." Het monument kan bijna vanuit heel Pretoria gezien worden, omdat het op een heuvel ligt.
Het monument beeldt twee belangrijke mijlpalen in de geschiedenis van de Voortrekkers uit:
De Grote Trek (1835-1854) is de naam voor de tocht waarmee de Nederlandstalige boeren van Zuid-Afrika zich onttrokken aan het Britse koloniale bestuur door naar het oosten en noorden te trekken in de periode rond 1840. De Grote Trek zou leiden tot de oprichting van verschillende Boerenrepublieken, die tevens, samen met de Kaapkolonie een basis zouden vormen voor het oprichten van de Unie van Zuid-Afrika en het hedendaagse Zuid-Afrika.

monument

oermoeder

De Voortrekkers

In de jaren dertig van de negentiende eeuw vond een grote volksverhuizing in het huidige Zuid-Afrika plaats wat de geschiedenis van het land drastisch zou beïnvloeden. In jaren 1830 - 1850 trokken naar schatting ca 12.000 voormalig Nederlandse kolonisten naar de toekomstige provincies Natal, Oranje Vrijstaat en Transvaal. Deze kolonisten waren grotendeels van Nederlandse (ook Vlaamse en Friese) origine, daarnaast ook aanzienlijke aantallen van Duitse en in mindere mate Franse afkomst. Deze bevolkingsgroep zal later Boeren worden genoemd, en zijn thans ook bekend als Afrikaners. De boeren trokken weg om te ontsnappen aan het Brits gezag, voortdurende grensoorlogen met de "kaffers" (van het Arabische kafir wat ongelovige betekent), Brits kolonialisme en verengelsing, en om de groeiende bevolkingsdruk te verlichten. Deze trekkers werden Voortrekkers genoemd.
De Voortrekkers werden gevormd door twee groepen boeren, de zogenaamde Trekboeren, semi-nomadische boeren en de Grensboeren, levend aan de rand van de Kaapkolonie en het nog onontdekte woeste zwarte achterland. De meeste Kaap-Hollanders (Cape Dutch), zoals de Nederlandse kolonisten destijds werden genoemd, trokken echter niet weg. Het was relatief een klein deel van de Nederlandse bevolking die daadwerkelijk het Britse gezag ontliepen door het achterland in te trekken.
Hoewel sommige historici beweren dat ook de afschaffing van slavernij een rol speelde, was het zo dat de trekkende boeren meestal geen slaven hadden en zich gewoon geen slaven konden veroorloven. De grote meerderheid van de voortrekkers hield zich bezig met het weiden van kudden.
Niettemin werd de Engelse verordening (Ordnance) 50 die in 1828 werd uitgevaardigd en die gelijke rechten beloofde aan alle 'vrije personen met niet-blanke huidskleur' (free persons of colour) wel als een steen des aanstoots gezien door de boeren, zoals uit vele hedendaagse bronnen blijkt. De diverse republieken met korte levensduur, die door de voortrekkers werden opgericht, hadden, volgens hun interpretatie van de bijbel (zie Sem en zijn broer Cham die in de Genesis door Noach vervloekt werd), allemaal ongelijkheid van de rassen in hun grondwet opgenomen.


De Slag bij Bloedrivier (1838)

Werd uitgevochten tussen de voortrekkers en Zoeloekrijgers op 16 december 1838. Deze slag vormt een van de belangrijkste voorvallen van de Grote Trek in Zuid-Afrika.

Voorgeschiedenis

In 1838 trok de groep voortrekkers onder leiding van Piet Retief door het koninkrijk van de Zoeloes in de hoop er land te vinden om zich te vestigen. De toenmalige Zoeloekoning Dingane onderhandelde met Piet Retief hierover en "schonk" de voortrekkers een groot stuk land nabij de rivier de Ncome.

Laager slag bij de bloedrivier

Grietjie (kanon)

Door een foutieve vertaling van een Engelse dominee die het gesprek tussen Piet Retief en Dingane leidde en verduidelijkte, kwamen de voortrekkers in de problemen. Piet Retief ging ervan uit dat deze landconcessie hun eigendom was terwijl Dingane vanuit de Zoeloetraditie deze concessie louter zag als een gebruiksrecht. Beiden voelden zich bedrogen en Piet Retief werd samen met een aantal familiehoofden door sluipmoordenaars van Dingane gedood. Ook honderden vrouwen en kinderen vielen aan een nachtelijke overval ten prooi in Bloukrans.
De verbolgen voortrekkers gaven het idee van een vreedzaam samenleven met de Zoeloes op en eisten hun landconcessie op als eigendom. Ze kozen Andries Pretorius als hun nieuwe leider, bouwden een laager (een cirkel van ossenwagens) rondom hun erven en stuurden een boodschapper naar Dingane om hun beslissing over te brengen.
Dingane doodde de boodschapper en verzamelde een leger Zoeloekrijgers om de Boeren weg te jagen. Op 15 december 1838 legden de (calvinistische) voortrekkers een gelofte af aan hun God. Indien God hun de overwinning zou schenken, zouden ze de dag eren als vrije dag en op die plaats een kerk bouwen.

De slag

Op 16 december 1838 streden slechts 464 voortrekkers met 200 knechten tegen een Zoeloeleger van ongeveer 10.000 man sterk. Dankzij hun laager, hun geweren, hun motivatie en hun twee kanonnen (onder meer Grietjie) versloegen de voortrekkers de Zoeloes verpletterend: ongeveer 3000 Zoeloes werden gedood. Slechts drie voortrekkers werden tijdens deze slag gewond, waaronder Andries Pretorius die door een assegaai (een Zoeloespeer) geraakt werd en geen enkele Boer liet het leven.
Omdat het bloed van de gevallen Zoeloekrijgers volgens de overlevering de rivier de Ncome bloedrood kleurde, werd de rivier door de voortrekkers omgedoopt tot Bloedrivier.

Geloftedag

De triomferende voortrekkers besloten na deze overwinning om hun pact met God jaarlijks te herdenken als Geloftedag, Dingaansdag, of Dag van de Eed. Vandaag de dag is 16 december nog steeds een Zuid-Afrikaanse feestdag maar de naam werd in 1994 (na de eerste democratische verkiezingen die het ANC aan de macht brachten) omgedoopt tot Verzoeningsdag.

Nationaal monument

De heuvels rond de Bloedrivier zijn beschermd als nationaal monument. Men kan er onder meer een replica van het laager bewonderen alsook de kerk die verbouwd werd tot souvenirwinkel.

Geschiedenis

Op 16 december 1938 begon men op Monumentkoppie (Monumentheuvel) net buiten Pretoria met de bouw van dit majestueuze monument. Alle bouwmaterialen (met uitzondering van het Italiaans marmeren interieur) werden bewust uit de Zuid-Afrikaanse bodem gehaald. In 1949 wordt het Voortrekkermonument met de nodige feestelijkheden in aanwezigheid van de eerste minister Daniel François Malan ingehuldigd.
Het Voortrekkermonument werd dusdanig gebouwd dat jaarlijks op de middag (12u) van 16 december (de dag waarop de Slag bij Bloedrivier uitgevochten werd) de zon een monumentale plaat verlicht gelegen in een crypte waardoor het opschrift Ons vir jou Suid-Afrika leesbaar wordt.

Situatie

Het Voortrekkermonument is 40 meter hoog en ligt te midden van een tropische tuin die zowat alle Zuid-Afrikaanse planten, bomen en bloemen bevat. Het complex wordt omsloten door een muur (in het Afrikaans een laager) van 64 granieten replica's van de ossenwagens waarmee de Voortrekkers ooit de Kaap verlieten om hun geluk in de Transvaal en de Oranje Vrijstaat te beproeven. De befaamde Zuid-Afrikaanse beeldhouwer Anton van Wouw heeft een bronzen standbeeld gemaakt van de Voortrekker-oermoeder met kind. Dit standbeeld prijkt nog steeds voor de toegangspoort van Monumentkoppie.
Binnenin het Voortrekkermonument vindt men de 30 meter hoge Heldenhal met een 92 meter lange marmeren muurgravure van de hand van Romano Romanelli, die de belangrijkste gebeurtenissen uit de Grote Trek en de Slag bij Bloedrivier uitbeeldt.

Vandaag de dag

Heden ten dage is het Voortrekkermonument veelal een toeristische attractie geworden, maar voor de Afrikaners zal het nog steeds de betekenis en functie van weleer behouden

terug inhoud